Overzicht ][ Complexe vlak | Meetkunde
|  | Allereerst bekijken we de oplossingen van de vergelijking: z3
    = 1. De oplossingen kunnen we terugvinden op de eenheidscirkel, als de hoekpunten van een gelijkzijdige driehoek. Deze oplossingen geven we aan met 1, w, w2. Hierbij geldt: w2 = w_ en w2 + w + 1 = 0 We zullen van deze bijzondere getallen een enkele keer gebruik maken. Zie ook de pagina "Afbeeldingen van het complexe vlak - 2, paragraaf 3. Voorbeelden. | 
We maken onderscheid tussen directe en indirecte gelijkvormigheid.
We schrijven
directe gelijkvormigheid:    abc ~ pqr
indirecte gelijkvormigheid: abc ~ pqr (r)
Bij directe gelijkvormigheid hebben de hoeken dus alle eenzelfde ori�ntatie (alle kloks
of alle tegenkloks).
| Stelling 4a abc ~ pqr DESDA  | 
Bewijs:
Bij gelijkvormige driehoeken is het voldoende, dat twee paar overeenkomstige zijden
dezelfde verhouding hebben, en dat de hoek ertussen gelijk is.
Dus: 
Hieruit volgt onmiddellijk, dat  , hetgeen equivalent is met
, hetgeen equivalent is met  . �
. � 
| Stelling 4b abc ~ pqr (r) DESDA  | 
Bewijs:
abc ~ p_q_r_, waaruit het gestelde volgt (via Stelling 4a). � 
| Stelling 5 Drie punten A, B, C met affixen a,b,c liggen op een lijn, indien  . | 
Bewijs:
Nu geldt: abc ~ a_b_c_, waaruit het gestelde volgt (via Stelling
4a). � 
6.1. Lijn door twee punten 
Zijn A en B de beide punten, met affixen a en b.
Het willekeurige punt X, met affix x, ligt op AB indien (zie
Stelling 5): 
Dit is dus de vergelijking van de lijn.
Uitgewerkt:

6.2. Middelloodlijn van een lijnstuk 
|  | Is AB het lijnstuk (affixen a en b), dan geldt: xab
    ~ xba (r). De vergelijking van de lijn is dan (volgens Stelling 4b):  . | 
6.3. Loodlijn op een lijn 
Zij p = x + iy, dan is p_ = x - iy.
Voor (ip)_ geldt dan (ip)_ = (-y + ix)_ = -y - ix = -i(x
- iy) = -i.p_.
De lijn door de punten A en B (affixen a en b) is evenwijdig aan a
- b.
De loodlijn op AB is dan dus evenwijdig i(a - b).
In de vergelijking van de lijn AB (zie 6.1): (a - b)_x - (a
- b)x_ + c = 0 kunnen we dus (a - b) vervangen door i(a - b)
om een loodlijn op AB te krijgen.
De loodlijn door p op AB heeft dan de vergelijking:

6.4. Stelling van Thales 
We kiezen A met affix 1 en B met affix -1; AB is dus de middellijn van de eenheidscirkel.
Voor PA _|_ PB geldt dan (p - 1) _|_ (p + 1).
Dan is (p - 1)/(p + 1) imaginair, zodat

Dus P ligt eveneens op de eenheidscirkel.
6.5. Een lijn door twee punten van de eenheidscirkel

Zijn a en b twee punten op de eenheidscirkel.
Voor AB hebben we dan (zie 6.1):
(a_ - b_)x - (a - b)x_ + (ab_ - a_b) = 0.
Nu is: a_ = 1/a en b_ = 1/b, zodat:

� Klik hier voor de volgende pagina

[bewijs2.htm] laatste wijziging op: 03-03-02